Aan het einde van de sessie hebben we de belanghebbenden geholpen bij het identificeren en categoriseren van mogelijke vooroordelen in hun organisatie en hebben we hen voorzien van op feiten gebaseerde hulpmiddelen en interventies voor het debiaseren van werving, selectie, promotie, retentie en organisatiecultuur. Enkele voorbeelden van de interventies zijn:
1. Het testen en optimaliseren van diversiteitsuitingen
Organisaties die D&I proberen te signaleren met uitgebreide diversiteitsverklaringen komen vaak over als alleen maar praten, geen actie en werken averechts. Om dit te voorkomen, moet het management hun D&I-strategie behandelen en prioriteren als elke andere bedrijfsdoelstelling. Je kunt geen nieuwe verkoopstrategie uitrollen door alleen diepgaande gesprekken te voeren over verkoop, en hetzelfde geldt voor D&I. We daagden de belanghebbenden uit om metrics en mijlpalen te identificeren die hun D&I-doelstellingen operationaliseren en deze duidelijk en consistent te communiceren. Deze vorm van communicatie geeft een authentiek en inclusief klimaat aan dat een bredere groep sollicitanten aantrekt.
2. Evalueer kandidaten horizontaal
Om te voorkomen dat wervingsmanagers worden beïnvloed door het Halo effect, introduceerden we horizontale evaluatie als interventie. In plaats van de resultaten van kandidaten van boven naar beneden te evalueren, kunnen wervingsmanagers de scores van kandidaten op elke individuele beoordeling afzonderlijk vergelijken en kandidaten aannemen op basis van de gemiddelde scores per beoordeling. Uit onderzoek blijkt dat horizontale evaluatie verschillende vooroordelen bij wervingsmanagers onderbreekt en hen helpt om kandidaten objectiever te bekijken. Instellingen in de publieke sector kunnen deze interventie gemakkelijk testen en toepassen door het selectieproces aan te passen en aanwervingsmanagers te trainen om horizontaal te beoordelen.
3. Opt-out promoties
In veel organisaties vragen werknemers uit minderheidsgroepen minder snel om promotie dan werknemers uit meerderheidsgroepen. Dit veroorzaakt een asymmetrie in het hoger management, wat leidt tot een gebrek aan diversiteit in de groep belanghebbenden die de organisatie en haar belangen vertegenwoordigen. Naast het trainen van HR-medewerkers en talentmanagers om alle werknemers met een hoog potentieel aan te sporen om promotie te vragen, stelden we een meer systemische interventie voor. Door hun HR-systemen zo aan te passen dat werknemers automatisch in aanmerking komen voor promotie wanneer ze een vooraf bepaalde kwalificatiedrempel overschrijden, kan de publieke sector het speelveld voor alle high potentials gelijktrekken. Omdat ze standaard in aanmerking komen, kunnen werknemers nog steeds zelf beslissen of ze afzien van een promotie.